Nomica

Dit spel is bedacht door Peter Suber. Ik leerde het kennen via het boek Metamagische Thema's van Douglas R. Hofstadter. Er is met wat zoekwerk op internet nog veel meer over te vinden. Op deze pagina beperk ik mij tot de Beginregels zoals ze vertaald zijn uit het origineel door Eugène Dabekaussen, Barbara de Lange en Tilly Maters in een Nederlandse uitgave uit 1988 door Uitgeverij Contact Amsterdam.


(Overgenomen van pagina 101, 102, 103 en 104 uit het boek.)

Beginregels van Nomica

I. Onveranderbare regels

101.
Alle spelers moeten zich altijd houden aan de regels die op dat moment gelden, in de vorm waarin zij op dat moment gelden. De Beginregels gelden zodra het spel begint. De Beginregels bestaan uit de regels 101-116 (onveranderbaar) en 201-213 (veranderbaar).
102.
In het begin zijn de regels in de reeks van 100 onveranderbaar en die in de reeks van 200 veranderbaar. Regels die daarna worden ingesteld of getransmuteerd (dat wil zeggen, van onveranderbaar veranderd in veranderbaar of omgekeerd) kunnen ongeacht hun nummer onveranderbaar of veranderbaar zijn, en regels van de Beginregels kunnen ongeacht hun nummer worden getransmuteerd.
103.
Regelveranderingen zijn: (1) de instelling, intrekking of wijziging van een veranderbare regel; (2) de instelling, intrekking of wijziging van een wijziging, of (3) de transmutatie van een onveranderbare regel in een veranderbare regel of omgekeerd.
104.
Alle regelveranderingen die op de juiste wijze worden voorgesteld, zullen in stemming worden gebracht. Ze zullen worden aangenomen dan en slechts dan als ze het vereiste aantal stemmen krijgen.
105.
Iedere speler is stemgerechtigd. Iedere stemgerechtigde speler moet aan iedere stemming over regelveranderingen deelnemen.
106.
Ieder voorstel tot regelverandering moet worden opgeschreven voor het in stemming wordt gebracht. Als het wordt aangenomen is het bepalend voor het spel in de vorm waarin het in stemming werd gebracht.
107.
Een regelverandering mag pas ingaan na de stemming, ook al wordt in de regel expliciet iets anders gesteld. Een regelverandering mag niet met terugwerkende kracht ingaan.
108.
Iedere voorgestelde regelverandering krijgt een nummer (rangtelwoord) ter identificatie. De nummering begint met 301 en ieder correct veranderingsvoorstel krijgt het daaropvolgende gehele getal, of het voorstel nu wel of niet wordt aangenomen.
Als een regel wordt ingetrokken en vervolgens opnieuw wordt ingesteld, krijgt hij het volgnummer van het voorstel tot herinstelling. Als een regel wordt gewijzigd of getransmuteerd, krijgt hij het volgnummer van het voorstel tot wijziging of transmutatie. Als een wijziging wordt gewijzigd of ingetrokken, krijgt de hele regel waarvan de wijziging een onderdeel is, het volgnummer van het voorstel tot wijziging of intrekking van de wijziging.
109.
Regelveranderingen die onveranderbare regels transmuteren in veranderbare regels mogen worden aangenomen dan en slechts dan als de stemgerechtigde spelers er unaniem mee instemmen.
110.
Veranderbare regels die op enigerlei wijze onverenigbaar zijn met een onveranderbare regel (behalve door voor te stellen ze te transmuteren) worden volledig nietig en ongeldig verklaard. Ze kunnen onveranderbare regels niet impliciet transmuteren in veranderbare regels en ze tegelijkertijd wijzigen. Regelveranderingen die onveranderbare regels transmuteren in veranderbare regels zijn geldig dan en slechts dan als hun transmuterende werking expliciet is geformuleerd.
111.
Als een voorgestelde regelverandering onduidelijk, dubbelzinnig of paradoxaal is, of het spel bederft, of aantoonbaar uit twee of meer regelveranderingen tegelijk bestaat, of een wijziging is die geen verschil uitmaakt, of als ze anderszins van twijfelachtige waarde is, mogen de andere spelers wijzigingen voorstellen of voor de stemming argumenten tegen het voorstel aanvoeren. Er moet een redelijke hoeveelheid tijd voor deze discussie worden uitgetrokken. De voorsteller beslist over de uiteindelijke vorm waarin het voorstel in stemming wordt gebracht en beslist wanneer het tijd is om de discussie te sluiten en tot stemming over te gaan. De enige remedie tegen een slecht voorstel is voorkomen: tegen stemmen.
112.
De voorwaarde dat je hebt gewonnen bij het behalen van n punten, mag niet worden veranderd in welke andere voorwaarde dan ook. Maar de grootte van n en de methoden om punten te verdienen mogen wel worden veranderd, en regels die bepalen wie wint als het spel niet kan worden voortgezet, mogen worden ingesteld en (in het geval dat ze veranderbaar zijn) gewijzigd of ingetrokken.
113.
Een speler heeft altijd de mogelijkheid het spel te staken in plaats van door te spelen of zich binnen het spel een straf op de hals te halen. Er mag geen ergere straf dan verliezen worden opgelegd, naar het oordeel van de speler die de straf oploopt.
114.
Er moet altijd op zijn minst één veranderbare regel zijn. Regelveranderingen mogen nooit volledig ontoelaatbaar worden.
115.
Regelveranderingen van regels die nodig zijn om regelveranderingen toe te staan of toe te passen, zijn even toelaatbaar als andere regelveranderingen. Zelfs regelveranderingen die hun eigen gezag wijzigen of herroepen, zijn toelaatbaar. Geen enkele regelverandering of zet is ontoelaatbaar alleen op grond van zelfverwijzing of zelftoepassing van een regel.
116.
Wat niet expliciet is verboden of geregeld door een regel is toegestaan en ongeregeld, met als enige uitzondering het veranderen van de regels, wat alleen is toegestaan als een regel of stel regels dit expliciet of impliciet toestaat.

II. Veranderbare regels

201.
Er wordt om beurten gespeeld in de richting van de wijzers van de klok, waarbij ieder één beurt krijgt. Je kunt niet passen of je beurt overslaan, en er mogen geen gedeelten van een beurt worden overgeslagen. Iedere speler begint met nul punten.
202.
Een beurt bestaat uit twee gedeelten, in deze volgorde: (1) één regelverandering voorstellen en in stemming brengen, en (2) één dobbelsteen één keer gooien en het aantal ogen bij je puntentotaal optellen.
203.
Een regelverandering is aangenomen dan en slechts dan als de stemgerechtigde spelers er unaniem mee instemmen.
204.
Als en wanneer regelverandering zonder eenstemmigheid kan worden aangenomen, krijgen de spelers die tegen winnende voorstellen stemmen ieder 10 punten.
205.
Een aangenomen regelverandering treedt volledig in werking op het moment dat iedereen heeft gestemd.
206.
Als een voorgestelde regelverandering wordt verworpen, verliest de speler die haar voorstelde 10 punten.
207.
Iedere speler heeft altijd precies één stem.
208.
Winnaar is wie het eerst 100 (plus)punten heeft.
209.
Meer dan 25 veranderbare regels zijn niet toegestaan.
210.
De spelers mogen niet samenzweren of overleggen over toekomstige regelveranderingen, tenzij ze ploeggenoten zijn.
211.
Als twee of meer veranderbare regels strijdig met elkaar zijn of als twee of meer onveranderbare regels strijdig met elkaar zijn, geldt de regel met het laagste volgnummer.
Als althans één van de strijdige regels expliciet van zichzelf zegt dat hij zich onderwerpt aan een andere regel (of type regel) of zich stelt boven een andere regel (of type regel), zullen dergelijke bepalingen de voorkeur genieten boven de numerieke methode om voorrang te bepalen.
Als twee of meer regels stellen dat ze voorrang hebben of zich aan elkaar onderwerpen, zal de numerieke methode weer de doorslag geven.
212.
Als de spelers van mening verschillen over de vraag of een zet geoorloofd is of niet, of over de interpretatie of toepassing van een regel, dan is de speler vóór degene die aan zet is, de rechter die het geschil moet beslechten. Verschil van mening, in de zin van deze regel, kan ontstaan op aandrang van iedere speler. Een dergelijk proces heet om oordeel vragen.
Als er om een oordeel is gevraagd, mag de volgende speler niet met haar of zijn beurt beginnen zonder toestemming van de meerderheid der spelers.
Het oordeel van de rechter kan alleen eenstemmig door de andere spelers worden verworpen in een stemming gehouden voordat de volgende beurt is begonnen. Als het oordeel van een rechter wordt afgewezen, wordt de speler die voor de rechter de beurt had, de nieuwe rechter in deze kwestie enzovoort, maar een speler kan niet rechter zijn als hijzelf of zijzelf of een ploeggenoot aan de beurt is.
Tenzij een rechter wordt weggestemd, regelt één rechter alle problemen die tot de volgende beurt in het spel rijzen, met inbegrip van problemen die tot de volgende beurt in het spel rijzen, met inbegrip van problemen over zijn of haar eigen legitimiteit en jurisdictie als rechter.
Nieuwe rechters zijn niet gebonden aan de beslissingen van oude rechters. Een nieuwe rechter mag echter alleen die problemen regelen waarover de spelers op dat moment van mening verschillen en die van invloed zijn op de voltooiing van de beurt waarin om oordeel werd gevraagd. Alle beslissingen van de rechter moeten in overeenstemming zijn met alle regels die dan gelden; maar als de regels zwijgen, inconsistent zijn of onduidelijk zijn over het probleem in kwestie, moet de rechter zich alleen laten leiden door de gebruikelijke ethiek, de gebruikelijke logica en de geest van het spel.
213.
Als de regels zo worden veranderd dat verder spelen onmogelijk wordt, of als het niet mogelijk is definitief te bepalen of een zet geoorloofd is, of als naar het beste, niet verworpen, oordeel van de rechter een zet zowel geoorloofd als ongeoorloofd lijkt, dan is de eerste speler die niet in staat is een beurt te voltooien, de winnaar.
Deze regel gaat voor iedere andere regel die bepaalt wie heeft gewonnen.